| |
| |
| |
Op Nebo's top
Ik denk aan jou, mijn vriend, al zoveel maanden
gemarteld in het concentratiekamp:
hoe lang hou jij je in die hel nog staande
van laffe machtswellust en voetgestamp?
Ik zie je voor me, in verbeten zwijgen
overgeleverd aan het laagste tuig:
ha, ha, zij weten je wel klein te krijgen!
Je zult nog voor ze dansen! Breek of buig!
Ik zie je buigen en ik zie je breken.
Ik zie de starre woorden van de krant
waaruit wij raden hoe je bent bezweken
en hoe je as waait door het vreemde land...
Het is niet moeilijk, vriend, te moeten sterven,
wanneer je weet dat alles wat je lijdt
een losprijs wordt, waardoor je kindren erven
een vrij, gelukkig land, een nieuwe tijd.
Maar bitter wordt het en niet te verduren
wat ze je deden en je aan moest zien,
als door de koortsdroom van je laatste uren
de twijfel woelt: winnen ze toch misschien?
Wordt straks mijn vrouw gepakt en door een bende
van die sadisten in de dood gejaagd?
Moet ook mijn kind het teerste laten schenden
en wordt hij, als hij weigert, doodgeplaagd?’
Ik weet het, vriend, dat jou die zorgen kwellen,
dat je wanhopig vraagt waar God toch blijft,
want wat je dunne brieven ons vertellen,
is veel meer dan je in de woorden schrijft.
| |
| |
O ik hoef niet meer naar de zin te vragen,
wanneer je schrijft: ‘wij maken het hier goed’.
Je meent: ‘vandaag werd hier een jood geslagen
totdat hij dood bleef liggen in zijn bloed’.
En telkens als je een geweer voelt stompen,
zie je jezelf ook liggen, zó vermoord,
een lichaam zonder wil, wat bloed en lompen
en wankel je, en ga je tóch veer voort.
Tot, eindlijk, in de lange loop der dagen
het ogenblik dat je ze maar laat slaan,
omdat je, stromplend bij het stenen dragen,
zult struikelen en niet meer op kunt staan...
O weet dan, vriend, als je bent neergevallen
in bloed en pijn, verminkt en afgestompt,
verschopt als de verlatenste van allen,
dán zal het zijn dat de bevrijding komt!
Want aan de kim zal een nieuw licht ontwaken,
zo onaanrandbaar voor je moordenaars,
dat hun geweerkolven je niet meer raken
en machtloos wordt het trappen van hun laars.
En je zult opzien en het zeker weten:
‘nu heeft mij God naar Nebo's top geleid’,
en alles wat je leed kun je vergeten,
want zie, Gods land ligt voor je uitgebreid!
Dit is het uur waartoe je werd geschapen!
Zo straalt de wereld als zij is voleind!
Je kunt je ogen dichtdoen en gaan slapen:
zij dronken van een licht dat niet verdwijnt.
| |
| |
Zeg dan je vrouw, door beulen voortgedreven:
‘vrouw, hiertoe maakte God ons tot één vlees,
dat wij geheel ons zouden overgeven
en trekken naar het land dat Hij ons wees’.
Zeg dan je kind, als 't lijden gaat beginnen:
‘kind, hiertoe heeft je moeder je gebaard,
dat je je moordenaars zoudt overwinnen,
als je verrukt naar de voleinding staart’.
Alle geslachten die je genereerden
in blind verlangen, wetend niet naar wien,
heffen hun ogen op, want zij begeerden
dit uur van heerlijkheid te mogen zien.
Zou je dan zorgen? Zie de hemel klaren!
God is je land, je vrouw, je kind nabij!
Hij die de wereld schiep laat haar niet varen,
maar leidt haar voort en maakt haar eeuwig vrij...
Ach, ik die aan jou denk op een verborgen
windstille plek die mij nog leven laat
- maar jou treft het vandaag, mij wellicht morgen,
en niemand weet wat hem te wachten staat -,
ik moet het jou bekennen, vriend: mij dringen
nog zorg op zorg en ik ben aardsgezind.
Ik denk nog dag en nacht aan aardse dingen,
de vrijheid van mijn land, mijn vrouw, mijn kind.
Maar als ik leven mag tot de bevrijding
en juichen op het overwinningsfeest,
God, doe mij dan dit weten: wat voorbijging
aan nood en leed is niet vergeefs geweest.
| |
| |
Laat hier een volk herrijzen, wijzer, schoner
dan toen het neerdaalde in het doodsgebied,
dat van Uw aarde opnieuw een vrij bewoner
staag naar de kim van Uw voleinding ziet!
Omdat dan van dit land de horizonnen
rijp werden, door Uw licht, van eeuwigheid,
omdat Uw martelaars hier overwonnen
en met hún bloed de bodem is gewijd...
Laat hún dit land zolang Uw zon zal schijnen,
God, doe het ons ontvangen uit hún hand!
Laat ons slechts wat zíj wonnen met hun pijnen
herboren worden tot een vaderland!
|
|