delen gereed gelegd en klaargemaakt? Wie zou het zeggen? Uiterlijk onbewogen zat ik in de komfortabele stuurstoel voor de stuurstand waar de talloze meters slechts geruststellende informatie doorgaven en overwoog inmiddels koortsachtig terwijl de
zware ruitewissers de hevige slagregens moeizaam verwerkten. De Kaleb tussen twee kribben aan de grond zetten? Maar daarvoor moest ik wel zeker weten dat ik niet regelrecht op een puinstortplaats invoer. En dan, met onze diepgang was het nog niet zo zeker dat we droog en onbedreigd het sappige grasland konden betreden waarin de resten van bunkers ons op de heenweg nog zo aan vroeger hadden doen denken.
Doe dan wat!’ werd er van beneden geroepen. ‘Kijk op de kaart!’ kon ik slechts antwoorden en gooide de deur van de kajuit dicht. En kaarten hadden we! Zeer goede zelfs want militaire dus uitzonderlijk gedetailleerde plus door mij ingenieus bedachte vakken en kaartenvlakken die het niet alleen mogelijk maakten ogenblikkelijk alles te vinden maar ook uit te spreiden, vast te zetten, te verlichten en met een naar alle kanten beweegbare zoeker te vergroten. Helaas had ik niet alleen nooit de moeite genomen om een A.N.W.B.-navigatiekursus te volgen maar ook besloten, na één blik op de in talloze kleuren uitgevoerde, door talrijke lijnen en strepen verdeelde, met zeer veel cijfers, punten, tekens, bakens en getallen bedrukte waterafstotende vellen papier van 1 bij 1 meter, dan maar zonodig even de weg te vragen aan een voorbijvarende schipper of langskomende fietser. Toch, hoe langer deze onkomfortabele toestand duurde, hoe meer er op de grond viel en van het aan haken hangende kommalie tegen de wand aan scherven sloeg, hoe meer ik er genoegen in begon te scheppen. Dit was pas wild, meeslepend en waarschijnlijk ongeoorloofd leven! En wat een uitstekend stukje scheepsbouw was er in de Kaleb geïnves-