de verse aanbieding voor weer nieuwe romans van de tafel veegt voor weer een nieuw kookboek.
En nog zijn we er niet. Maar hiervoor dalen we af tot in het riool van de interessante wereld van het boek waar de boekenschouwers hun amoebe-achtig bestaan in de schemer van een grote nodeloosheid proberen te rekken door middel van een overigens zeer terecht uitzonderlijk laag honorarium. Ik kan hierover kort zijn. Het aantal integere critici is op de vingers van twee handen te tellen waarna we er nog genoeg over houden om mee te knippen of op te fluiten.
Weliswaar garandeert die integriteit ons nog geen intelligentie, inzicht, spiritualiteit en zo, maar die paar proberen tenminste in krant en periodiek enige informatie te geven en zijn minder ziek in hun hoofd door jaloezie, frustratie, benepenheid, ijdelheid, en oeverloze domheid.
Overigens lost het probleem van de literaire kritiek zich vanzelf op onder de druk der sportredacties die steeds meer kolomruimte eisen zodat de boekenpagina van een zichzelf, dus de lezers respecterend blad tenslotte tot niets zal verschrompelen.
Veel is ongezegd gebleven. Wat in het vat zit verzuurt echter niet. Het zwart van zoëven is echter wat mij betreft al weer aardig opgetrokken en, sterker nog, ik zie nu zelfs enig licht! O, hoe besef ik ineens dat ook ik, in mijn klein hoekje, jaren heb gewacht op de grote zware dikke sterke man. Een man die ikzelf dan maar moet wezen. En verder is er voor al die hier genoemde sukkels en misfits de ook bij de televisiekijker bekende Postbus 51 te Den Haag waar gratis informatie is te verkrijgen over herscholing.
Haagse Post, 10.11.'73.