Pvb. Ovidii Nasonis Minne-kunst, gepast op d'Amsterdamsche vryagien: met noch andere minne-dichten ende mengel-dichten, alle nieu ende te voren niet gesien.(1622)–Johan van Heemskerck– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 316] [p. 316] Klinck-dicht, Geschreven in het Stam-Boeck van Gerardt Reynst. GEluck ô waerde Reynst, geluck op u vertreck, Dat na een langh beraedt is tot de daet gekomen, So, so, dit 's na myn sin, dat ghy hebt voor genomẽ, Niet even-staegh by huys te blyven, als een sleck; 't Voorwenden van gevaer, dat dient maer tot een deck, Voor een verwijft gemoet, met wellust in genomen; Want die met weynigh moeyt veel nuts te kopen schromẽ, Die syn of sonder hert, of niet veel min als geck. My dunckt, ick sie u al van Stadt tot Stad verreysen, En wt het groot Parijs, na 't oude Roomen deysen, Ontlenend' onder weegh van yeder volck het best, In meyningh om hier na 't geen dat ghy nu gaet leeren, Tot dienst ws Vader-landts, met woecker uyt te keeren. Wie soud' daer willen voor versuffen op zyn nest? Vorige Volgende