Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen)
(1818)–Johannes Hazeu Cornelisz., Dirk van der Reijden– Auteursrechtvrij
[pagina 187]
| |
[pagina 189]
| |
XXXste lied.
| |
[pagina 190]
| |
2[regelnummer]
Juicht nu, veld- en stedelingen,
Dankt, daar g'eertijds hebt gebeên,
God zendt u zijn' zegeningen,
Vruchtb'ren regen naar beneên;
Hoort nu 't zacht geruisch der boomen,
Ieder blaadje trilt van vreugd,
Wat verkwijning scheen te schromen,
Is nu dankbaar en verheugd.
3[regelnummer]
't Veldgewas in 't stof gezonken,
Door het brandend zonnevuur,
Rigt zich, door deez' zoete dronken,
Vrolijk op; terwijl natuur
Al haar' luister heeft herkregen,
Lieve geuren spreidt in 't rond,
't Aard ijk sluit, met malschen regen,
Nu, den opgereten mond.
| |
[pagina 191]
| |
4[regelnummer]
't Pluimgediert' voelt zich verrassen,
Huppelt dart'lend' op en neêr,
Sproeit zich vrolijk in de plassen,
Elk verheft zijn' zangen weêr;
Bloemen, kruiden, planten, vruchten,
Alles tiert nu om ons heen;
Bouw- en Landliên! staakt het zuchten,
Wisselt zangen voor geween!
5[regelnummer]
Ja, wij hebben 't alles noodig,
Regen, droogte, zonneschijn,
Slechts één dezer overbodig,
Kan ons tot kastijding zijn!
God blijft alles zigtbaar reeg'len,
Dag aan dag, ter goeder uur,
En blijft voor den mensch verzeeg'len,
't Heilig doel van zijn bestuur.
| |
[pagina 192]
| |
6[regelnummer]
Dank, Algoedheid! voor den regen,
Die nu 't dorre heeft gedrenkt,
Dank voor elken nieuwen zegen,
Die uw' Vaderhand ons schenkt.
Neem de dorheid onzer zielen
Gunst'rijk weg, opdat wij meer,
Voor uw heilig aanschijn knielen,
Vruchtbaar leven tot uw' eer.
7[regelnummer]
Och, wil ons gestaâg bevloeijen,
Met het water van uw' Geest,
Om met nieuwe kracht te groeijen,
Daar w'onvruchtbaar zijn geweest.
Geest des levens! ons ten leven,
Aangebragt door jezus bloed,
Wil ons al dien invloed geven,
Die ons vruchtbaar maken moet.
|
|