Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen)
(1818)–Johannes Hazeu Cornelisz., Dirk van der Reijden– Auteursrechtvrij
[pagina 217]
| |
[pagina 219]
| |
XXXIXste lied.
| |
[pagina 220]
| |
2[regelnummer]
Jezus heeft volbragt,
d'Allerbangsten nacht,
Heilrijk doorgestreden;
't Slangenhoofd vertreden;
d'Outers neêrgeveld;
't Regt van God hersteld;
't Handschrift onzer zonden,
Wordt niet meer gevonden.
3[regelnummer]
Wat geschreven stond,
In Gods vreêverbond;
Is voor ons ten leven,
Eeuwig kracht gegeven!
Jezus woord: volbragt!
Heeft de helsche magt,
Naar Gods welbehagen,
Aan zijn kruis verslagen!
| |
[pagina 221]
| |
4[regelnummer]
't Is volbragt, mijn' ziel!
Juich, aanbid en kniel;
Alles is vergeven,
Wat Gij hebt misdreven:
Sla nu hart en oog,
Dankend' naar omhoog;
't Handschrift uwer zonden,
Wordt niet meer gevonden.
5[regelnummer]
Hadt Gij niet volbragt,
Eeuwig was het nacht,
Goël, bron van 't leven!
Voor mijn' ziel gebleven;
Maar uw liefdegloed,
Heeft voor mijn gemoed,
Uit uw' doodsche kimmen,
't Licht des heils doen klimmen.
| |
[pagina 222]
| |
6[regelnummer]
'k Juich nu, blij te moê,
U een' lofzang toe;
'k Wil mijn hart U wijden,
Wat U grieft vermijden;
'k Zing triomf! o Heer!
Uwen naam ter eer;
'k Zal uw' vrijspraak roemen;
U mijn' Redder noemen.
|
|