Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen)
(1818)–Johannes Hazeu Cornelisz., Dirk van der Reijden– Auteursrechtvrij
[pagina 213]
| |
[pagina 215]
| |
XXXVIIIste lied.
| |
[pagina 216]
| |
Maar 't leven uit uw' dood te doen genieten!
4[regelnummer]
Mij dorst! Hij, die door zijne kracht
Al 't sapvol ooit heeft voortgebragt,
Mogt geen verkwikking smaken:
O doodlijk uur! - o liefde-vuur!
Dat Jezus hart in zondaarsmin deed blaken!
5[regelnummer]
Mij dorst! O bron die eeuwig vloeit,
Die d'afgematte ziel besproeit,
Met bloed uit uwe wonden!
Genaê, o Heer! Vergeef en weer
Uit ons gemoed het dorsten naar de zonden.
6[regelnummer]
Mij dorst! - Zoo loost de ziel een' zucht,
Die naar U, lieve Heiland! vlugt,
Vermoeid en afgestreden.
Verkwik ons hart, In nood en smart,
O Zondaarsborg! die alles hebt geleden!
|
|