Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen)
(1818)–Johannes Hazeu Cornelisz., Dirk van der Reijden– Auteursrechtvrij
[pagina 179]
| |
[pagina 181]
| |
XXXIIste lied.
| |
[pagina 182]
| |
Om tot zijn' eer te strijden;
Dan Gij, o Heiland! tradt
Op uw zoo doornig pad,
Om voor mijn' schuld te lijden.
4[regelnummer]
Och dat uw kruis, o Heer!
Mijn roem zij en mijn' eer;
't Leer mij mijn' schuld betreuren,
En met een rein gevoel,
Naar uw verheven doel,
Uw' dienst mij waardig keuren.
5[regelnummer]
Uw kruis, zoo vol genaê,
Verzell' mij, waar ik ga,
Ook op mijn' lijdenspaden;
Opdat ik, voor elks oog,
Mijn' liefde toonen moog',
Voor U, uit al mijn' daden.
|
|