Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen)
(1818)–Johannes Hazeu Cornelisz., Dirk van der Reijden– Auteursrechtvrij
[pagina 101]
| |
[pagina 103]
| |
XIXde lied.
| |
[pagina 104]
| |
2[regelnummer]
Vermoeide ziel! zoudt gij bezwijken?
Uw jezus roept: kom hetwaarts heen;
Uw' smart, uw' last zal ik doen wijken;
U 't zaligst rustpad doen betreên.
Wat nood dan, ziel! Aanbid, en kniel
Voor jezus neder;
Die Goël leeft, Die sterkte geeft,
En banden slaakt, zoo goed als teeder.
3[regelnummer]
Doet u de stem der wet verschrikken;
De heilbron van Immanuel,
Wil u in moeit' en strijd verkwikken;
Vermoeide ziel! is 't dan niet wel?
Ja jezus juk, Kan al den druk
Der wereld weren;
Toon u bereid, zachtmoedigheid,
Naar 't reinste doel, van Hem te leeren.
| |
[pagina 105]
| |
4[regelnummer]
O troostvol doel van 't hoogste Wezen!
Die jezus volgt op al zijn' paên,
Heeft nooit bezwijkend leed te vreezen,
Hoe zwaar met zond' en schuld belaên;
Die heilfontein, Zoo vol als rein,
Blijft eeuwig vloeijen,
En wil in smart, Het magt 'loos hart,
Met stroomen van genaê besproeijen.
5[regelnummer]
Neen, jezus juk en last te dragen,
Is geen' vermoeijing voor 't gemoed;
Hij wil u leiden, sterken, schragen,
Door zijn verzoenend' offerbloed.
Mijn' ziel! o ja! Op Golgotha
Is rust te vinden;
Daar kunt g'uw' last, Voor eeuwig vast,
Door 't heilgeloof, aan 't kruishout binden.
| |
[pagina 106]
| |
6[regelnummer]
O Troost! mijn' ziel! stap vrolijk henen;
Rust, door 't Geloof, in jezus schoot;
Doet u de last der zonde weenen,
Dan smaakt gij 't zaligst tranenbrood.
Uw schreijend oog, Moet naar omhoog
Op jezus staren;
Dan zult gij weêr, Bij uwen Heer,
Volmaakte rust en troost ervaren.
|
|