de during der klanken, en die der woorden, behoort in acht genomen te worden, te bepalen: - ten andere: dat men de Maatverdeeling, in welke de waarde van eene heele, of twee halve Noten gevonden wordt, als eene tweevierde Maat, en die, waarin de waarde van twee heele of vier halve Noten gevonden wordt, als eene vier vierde Maat, en dus de Muzijkplaten als een Koraalboek voor de Speelinstrumenten kan aanmerken. - En eindelijk, dat de Maatstrepen uit de Liederen zelve, die met Psalmnoten gedrukt zijn, met opzet zijn weggelaten, om ook voor minkundige of eenvoudige Psalmzingers, dienstbaar te wezen.
Wijders met het oogmerk der Liederen, en mijne vijftienjarige ondervinding raadplegende, heb ik, bij het stellen dezer zangwijzen, de gebreken van het geluidvermogen onzer Landgenooten, in het algemeen aangemerkt, in acht genomen, waarom ik de Zangstemmen van den laagsten Toon der Basstem tot den hoogsten Toon der Bovenstem, binnen den kring van twee Octaaf, Zestien Toonen, heb willen bepalen; ook heb ik de meest bekendste, en even daarom de gemakkelijkste sprongen en vallingen verkozen, en dus van de gemakkelijkste overeenstemming gebruik gemaakt; gelijk ik ook, hier en daar, liever aan de beide stemmen eenen gelijken Toon heb willen geven, dan om, door verschillende Toonen, moeijelijk te zijn; hetwelk te veel de aandacht van den inhoud der Liederen zoude afgetrokken hebben.
Het is wel mogelijk, dat men, hier of daar, in de Muzijkplaten, eene
Maatstreep te veel, of niet wel geplaatst, of een
in plaats van een
, of in den Bas eene of meer verkeerde Noten zou kunnen aantreffen;