Kinderspelen, in leerzame gedichtjes(1837)–Johannes Hazeu Cornelisz.– Auteursrechtvrijin leerzame gedichtjes Vorige Volgende [pagina 6] [p. 6] De vlieger. Bl. 6. Mijn vlieger gaat naar boven, Wat heeft de wind veel kracht! - Wie zou het ooit gelooven, Ik trok, met al mijn magt; 'k Heb zoo veel touw gekregen, En 't is er aan besteed; Hij is zoo hoog gestegen, Dat ik hem naauwlijks weet. Ik moet mijn' vlieger binden, Want anders reis ik meê; Waar zal men mij dan vinden, Hij trok mij wis in zee! - 'k Zal op mijn' vader wachten, Dat die hem naar zich trekt; Ik heb mijn kleine krachten Niet vruchteloos ontdekt. - [pagina 7] [p. 7] De wind heeft veel vermogen, Wie kan hem tegen gaan? - Wij zien hier, met onze oogen, Toch niets van zijn bestaan! - Dit is nooit aangewezen; God geeft die kennis niet, Wiens almagt elk moet vreezen, Die ook den wind gebiedt. - Vorige Volgende