zijn, maar ik wil liever niet gebruikt worden als ontmaagdingsmachine. Dank u, dame.’
‘Zo was het niet!’ zei Gloria.
‘O nee?’
‘Beetje, dan.’
‘Mafkees,’ zei Jochem. ‘Ga nou maar weg, ik zie je vanavond wel.’
Gloria en Ruth stonden aan dek te wachten op de anderen.
‘Heb je je geamuseerd?’ vroeg Ruth.
Zou ze weten wat ik van plan was? dacht Gloria. ‘Gaat wel,’ zei ze.
Ruth kneep zacht in haar arm.
Ze weet al dat ik zo lang bij Jochem ben geweest, dacht Gloria. Als ze haar mond maar hield. Kon ze haar dat vragen? Maar hoe zei je dat? Er is niets gebeurd, en wil je dat vooral niet tegen mijn moeder zeggen?
‘Daar zijn ze,’ zei Ruth. ‘Moet je zien, wat een tassen!’
Boris liep voetje voor voetje naar boven, en keek toen om naar Isabel. ‘Ik kan het nog steeds! Mamma, Tasja heeft een mooie jurk en ik heb een heleboel nieuwe kleren! Vanavond mag ik met Libel dansen, dan wil ik ze aan! En dan stomp ik niemand.’
‘Ik krijg geld van je,’ zei Isabel tegen Ruth. ‘Ik heb je zoon in het nieuw gestoken.’
‘O,’ zei Ruth. ‘Was dat dan nodig?’
‘Ja. Een jongen van zijn leeftijd wil ook wel eens iets moois. Geen afleggertjes.’
‘En in afleggertjes ben jij deskundig, hè?’ zei Ruth. ‘Ik kleed mijn eigen zoon wel aan, hoor!’