liet nooit restjes achter, maar je kon het nog een hele tijd ruiken.’
‘Arpège, zei Ruth.
‘Hoe weet je dat?’
‘Ik was erbij toen ze het voor de eerste keer kocht. En voor mij een lippenstift, net als vandaag.’
‘Wat aardig,’ zei Gloria. ‘Had ze dan veel geld?’
‘Ze werkte na schooltijd.’
‘Ze heeft wel eens een ander parfum geprobeerd,’ zei Gloria. ‘Maar dat stond haar niet, zei ze. Peter nam het ook altijd voor haar mee.’
‘Was Peter lang bij jullie?’ vroeg Ruth.
‘Ik was acht toen hij kwam.’
‘Dan moet je hem missen,’ zei Ruth.
Gloria besloot alles over Peter en zijn vriendin te vertellen.
‘Leuk,’ zei Ruth. ‘O nee,’ zei ze na een tijdje. ‘Deed je moeder daarom zo vreemd, vandaag?’
‘Ze heeft alleen nog maar gehoord dat hij een vriendin had, dat andere durf ik niet eens meer te vertellen,’ zei Gloria. ‘Misschien als we weer thuis zijn, wat denk jij?’
‘Moeilijk,’ zei Ruth. ‘Je moet het me zeggen als ik te nieuwsgierig ben, maar Isabel is zo zwijgzaam. Waarom gingen ze uit elkaar?’
‘Ze maakte altijd ruzie met hem,’ zei Gloria. ‘Hij niet met haar. Peter is heel aardig. Ik geloof dat ik wel naar Londen wil, maar dat lijkt me zo rot voor Isabel.’
Ruth zei hier niets op. ‘Ik denk dat ik toch nog even probeer wat slaap te krijgen. Jij?’
‘Nee. Het is nu toch te laat, of te vroeg. Ik hou van 's