pen, maar toen versomberde zijn gezicht. ‘En ik?’
‘Jij blijft nog heel lang leven,’ zei Tasja. ‘Denk maar aan vandaag. We gaan eerst nog een stuk varen en dan zijn we in een grote stad. Daar is ook een hele hoge toren. Misschien hebben we tijd om naar boven te gaan. Weet je nog dat we de Dom in Utrecht hebben beklommen?’
‘Ik wou springen,’ zei Boris. ‘Om te kijken hoe dat was hoor.’
Hier wist zelfs Tasja niets op te zeggen.
‘We hebben er toch geen tijd voor,’ zei Gloria. ‘We worden door die stad heen gejaagd.’
‘Luxebootreis,’ zei Tasja. ‘Het is gewoon een lullig reisje waar je meer geld voor moet betalen.’
‘Lekker eten,’ zei Gloria. ‘Mooie slaaphutten.’
Tasja grijnsde. ‘Goed gezelschap. Ja, daar betaal je voor. Denk je dat je weer alleen kunt zijn, Boris?’
Boris knikte. ‘Maar ik ga niet meer slapen, ik ga naar buiten kijken.’
‘Ik kom je halen voor het ontbijt,’ beloofde Tasja. ‘Sorry,’ zei ze tegen Gloria toen ze op het gangetje waren.
‘Heeft hij zulke dromen vaker?’ vroeg Gloria.
‘Als hij opgewonden is. Was je moeder erg kwaad?’
‘Nee, ze ging toch weer slapen?’ Gloria vertelde maar niet hoe Boris naar Isabels lichaam had gestaard. Dat wilde ze zelf ook liever vergeten.
Tasja was haar hut in en Gloria aarzelde nog even. Opeens stond Jochem, al helemaal gekleed, voor haar. ‘Slaapwandel jij?’
Mijn nachthemd, dacht Gloria, die daar bij Tasja en Boris geen moment bij had stilgestaan. ‘Er was iets met