Snikken en grimlachjes(ca. 1906)–François Haverschmidt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] XXV. Hoor ik op Sempre een waldhoorn, Of ook wel een Turksche trom, Dan moet ik zoo bitter weenen; En - ik weet zelf niet waarom. Vraagt een der werkende leden: ‘Hoe kan een Turksche trom Of een waldhoorn u zoo roeren?’ - Dan weet ik zelf niet waarom. Is 't wijl in beter dagen Een vriend de Turksche trom Niet onverdienstlijk bespeelde? Ach, ik weet zelf niet waarom. Vorige Volgende