Reis door België en langs den Rijn
(1861)–François Haverschmidt– Auteursrechtvrij
[pagina 86]
| |
een paar Rijngezigten; ik kocht Lenaus' Gedichte bij Bädeker; ook schaften wij ons bij Farina wat eau de Cologne aan. In het voormalig verkoophuis Gürzenich zagen wij kaas, die men ons eerst voor Noord-Hollandsche kaas wilde doen doorgaan. Toen men nogtans bemerkte dat wij Hollanders waren, verzekerde men ons dat ze van Cleef kwam, en dat ze van afgeroomde melk was gemaakt. Zij zag er niet appetijtelijk uit. Aan het Postkantoor haalden wij een brief voor ons af van onze zuster Mietje en van Kees HaverSchmidt. Gelukkig waren alle berigten goed en in orde. Verblijd hierover gingen wij naar ons logement terug, betalden er en hoepelden nu naar het Station bij ons logement. Daar namen wij plaats, ik voor Amsterdam, Feddo voor Utrecht. Om 11 1/4 stoomden wij heen en de togt ging over Mühlheim, Benrath, Düsseldorf, Calcum, Grossenbaum, Duisburg, Oberhausen, Sterkerade, Dinslaken, Wesel, Mehrloch, Empel, Emmerich. Hier aten wij wat in het Station, daar wij een half uur pauseerden. Daarop ging het over Elten en over de Hollandsche grenzen. Wij waren weêr terug in het vaderland. Te Zevenaar werd ons goed gevisiteerd, heel oppervlakkig, en daarop | |
[pagina 87]
| |
passeerden wij Duiven, Westervoort, Arnhem, Wolfhezen, Ede, Veenendaal, Maarsbergen, Zeyst-Driebergen, Utrecht. Wij merkten op dat de heide in het Utrechtsche in de avondzon toch ook een heerlijk-schoonen aanblik biedt. Te Utrecht verliet Feddo mij; hij wilde eerst zijn vriend Posthumus daar opzoeken, om vervolgens naar de Heeren de Bruyn te Rotterdam en naar zijn vriend Unger in Den Haag te gaan. Feddo bragt mij nog gaauw een glas bier ter verfrissching en daarop stoomde ik over Maarssen, Breukelen, Nieuwersluis, Loenen-Vreeland en Abkoude naar Amsterdam, waar ik om half tien arriveerde. Een omnibus bragt mij naar de Nieuwestads- herberg maar men had er geen kamer meer open. Zoo kniesde ik dan naar het Haasje, waar 't evenwel ook vol was zoodat ik mij tevreden moest stellen met een kermisbed in de groote zaal. Ik maakte daarvan dan gebruik. |
|