ik hoopte des Donderdags met Feddo terug te gaan naar Friesland, zeide dan mijn reistasch te zullen halen, nam om 8 uur plaats op de boot naar Zaandam en Alkmaar en arriveerde aldaar om 11 à 12 uur. Mijn vriend Mr. Willem v.d. Kaay dien ik wilde opzoeken was niet thuis, maar hij werd des volgenden daags met zijne vrouw verwacht van Heerde in Gelderland waar zij eenigen tijd hadden gelogeerd. Daardoor werd ik genoodzaakt een dag later naar Friesland te gaan dan Feddo. Ik schreef naar de Nieuwestadsherberg te Amst. en bestelde mijn kamer voor Feddo. Ik dronk koffij bij v.d. Kaag's schoonzuster Mevrouw Nuhout van der Veen, en vond de kinderen allen wèl. Vooraf had ik mij een hoed gekocht (ik had mijn vorigen te Aken in 't logement opzettelijk achtergelaten), waartoe Dr. Hirschig, dien ik ontmoette, mij bereidwillig gelegenheid aanwees. Om 2 uur vertrok ik met het Zijperschuitje naar de Burgerbrug en wandelde vandaar (een kwartier ver) naar Eenigenburg, de eenzame, winderige standplaats van mijn vriend Jan Bouwman. Wat hij opkeek, dat ik daar was! Wij aten zamen en bragten verder den avond allerfideelst pratende door, ten deele met den schoolmeester van 't dorp. 's Avonds barstte er een onweer los.