is niet eenvoudig, maar de beloning is groot. Je ontwikkelt en deelt inzichten die je anders nooit kunt verwerven. De wiskunde is het verst ontwikkeld in communicatieve exactheid. Als je vandaag het prachtige boek van Euclides leest over geometrie, dat hij ongeveer 2300 jaar geleden schreef, dan kun je voor honderd procent begrijpen wat hij wilde zeggen. Het is een geweldige en ontroerende ervaring: weten dat je volkomen helder communiceert met iemand uit een ander tijdperk en een andere cultuur. Natuurlijk kun je de wiskunde niet in elke wetenschappelijke discipline even vergaand gebruiken, maar dat sluit niet uit dat we voortdurend zo precies mogelijk moeten omschrijven wat we bedoelen. Het alternatief is in het beste geval een vorm van pseudobegrip. In het slechtste geval ontstaan misverstanden, verwarring en mentale chaos.
Wie is de helderst schrijvende filosoof?
Anders dan wat je zou verwachten als je invloedrijke filosofen zoals Martin Heidegger, Jacques Derrida, Gilles Deleuze, Luce Irigaray of Judith Butler leest, kunnen veel filosofen wel degelijk glashelder communiceren. Dat wil niet zeggen dat wat ze ons leren eenvoudig is. Filosofische problemen zijn nu eenmaal vaak moeilijk. Je moet je brein dwingen om elke stap in je denken grondig te analyseren, om voortdurend je argumenten te wikken en wegen, om de feitelijke correctheid en logische samenhang van je ideeën te controleren. De beste filosofen blinken daar net in uit: Aristoteles, Descartes, Spinoza, David Hume, Bertrand Russell, Peter Singer, Daniel Dennett en vele anderen. Wie wil kennismaken met filosofie, kan het best bij Russell of Singer beginnen,