De pothoofdplant(1936)–Jac. van Hattum– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] De zwervende monnik Zeg: God - en zie, op zijn gelaat vertrekt zich slechts één enk'le spier, maar 't is, of een gemarteld dier zijn felle klauwen naar U slaat. Want onder dit verbijst'rend woord heeft men in 't machtige convent zijn ongebreideldheid gesmoord en hem slechts boeten toegekend. En, die een zesde werelddeel in kaart bracht en ook vinden zou, was elke litanie te veel, de pij het mind're kleed der vrouw. Hij wilde dolende alom en niets, dan enkel zwervend zijn en van convent en trotse dom viel elke zuilengang te klein. Vloekend het opgedrongen lot, gelofte brekend' en ontvlucht, werd hem de grote naam van God meer ontzagwekkend en geducht. Zeg: God - en zie: op zijn gelaat vertrekt zich slechts een enkele spier, maar 't is, of een gemarteld dier zijn felle klauwen naar U slaat. Vorige Volgende