De gemeente Utrecht
(1956)–E.J. Haslinghuis– Auteursrechtelijk beschermdBruggen, werven, kluizen, kelders, enz.Bruggenlitteratuur. n. van der monde. Aantekeningen betr. de grachten, bruggen, enz. (HS. inGa naar margenoot+ de boekerij van het Gemeentearchief = Catal. Bibl., nr 1443); trajectinus (= C.W. Wagenaar) Oud-Utr. schetsen (verzam. overdr. uit Utr. Courant, omstr. 1915). | |
[pagina 58]
| |
Afb. 24. Vredenburg naar schilderij (xvic) in het Rijksmuseum te Amsterdam
Catal. schild. nr 78 Ga naar margenoot+ afbeeldingen. Gezichten op de Oude- en de Nieuwegracht, de Stadhuis-, de Bakker-, de Bezem- e.a. bruggen, tekeningen en gravures van ca. 1650 af, in het Gemeentearchief = Catal. top. atlas, nrs 103-132; suppl., nrs 138-255; - Gezicht op de Oudegracht van de St. Maartensnaar de Hamburgerbrug, potloodtek. door a. oltmans jr. in de verzam. van de Rijksdienst v.d. Mon.; - Gezichten op het Wed aan de Ganzenmarkt, in het Gemeentearchief = Catal. top. atlas, nrs 203-207; suppl., nrs 386-392; - Gezicht op de Vismarkt met de vm. Vishal, schilderij (1846) door p.g. vertin in het Centraalmus. = Catal. schild. 1952, nr 799. Ga naar margenoot+ Enkele der talrijke bruggen dienen of dienden tevens als markt, zo de Stadhuis- (afb. 26), de Bakker- en de Kalis- of Visbrug (afb. 27). Van verscheidene, vooral die over de Oudegracht, zijn de oude bogen bewaard gebleven, al zijn ze xix-xx hermetseld. Op een enkele uitzondering na wordt haar vrij sterk hellende dek gedragen door twee (meestal rond-) bogen. Een aangespitste vorm hebben die (afb. 28) onder de Hamburger- (vroeger Rodenburger-) brug (eerste vermelding in 1385, blijkens gedenksteen hersteld in 1781), verlevendigd met bergsteenblokken. In dezelfde trant de Weesbrug (ten dele in baksteen vernieuwd, afb. 29), de Vollersbrug (op sluitsteen: 1913), de Kalis- of Visbrug (omstr. 1550 verbouwd, met een korfboog, afb. 27). Wij noemen verder de Stadhuisbrug (eerste vermelding in 1342), de Maartens- of Borchbrug (1196, in 1404 in steen vernieuwd | |
[pagina 59]
| |
Afb. 25. Vredenburg. Gewelf onder het zuidelijke bastion naar litho in v.d. Monde's Ts. 1838
en verbreed, wederom omstr. 1910), de Jacobsbrug (1280, 1911; afb. 32 en 33), de Jansbrug (één rondboog, hermetseld in baksteen), de Bakkerbrug (1435, afb. 30 en 31), de Viebrug (1403, 1930), de Geertebrug (gedenksteen: 1842), de Pausbrug (1397). Boven een boog van de vernieuwde Wittevrouwenbrug is (1907) een steen ingemetseld met de afbeelding van de, in 1832 afgebroken, naburige Plompe Toren en in de kademuur bij de moderne Catharijnebrug een steen met cartouche (xviib), waarop het door leeuwen gehouden stadswapen, afkomstig van de vorige brug. De vismarkt (eerste vermelding in 1331) is een bredere overkluizing waarop totGa naar margenoot+ 1892 de oude vis- of ‘kalis’-banken stonden, beschut door een overdekte houten galerij (xviic, geheel vernieuwd). Een stuk m.e. bestrating l. 7,50 m, br. 1,35 m, is in 1948 bij de oude vestingwalGa naar margenoot+ naast de St. Nicolaaskerk voor den dag gekomen op omstr. 0,70 m beneden het tegenwoordige straatvlak. Zij bestaat uit door grote keien gevormde vierkanten, binnen welke kleine keien zijn opgesloten (afb. 34, naar een foto van w. stooker; opmeting in het archief van de Rijksdienst v.d. Mon.). | |
[pagina 60]
| |
Afb. 26. Stadhuisbrug met muur van Raadskelder
Afb. 27. Kalis- of Visbrug met markt
| |
[pagina 61]
| |
Afb. 28. Hamburgerbrug met werven langs Oudegracht
| |
[pagina 62]
| |
Afb. 29. Weesbrug
Afb. 30. Bakkerbrug met werven
| |
[pagina 63]
| |
Afb. 31. Oudegracht met Bakker- en Bezembrug, litho (omstr. 1830) naar R. Craeyvanger Catal. top. atlas nr 109
| |
Werven, kluizen, kelderslitteratuur, v.d. monde Pleinen, straten, i, blz. 5 en 132 vv; l. van vuuren in Jb. Oud-Utr.Ga naar margenoot+ 1932, blz. 48 vv; k. heeringa in Mbl. Oud-Utr. 1930, blz. 73 vv (uittreksel van een lezing); m.n. acket t.z.pl. 1950, blz. 89. De Oude-, de Nieuwe- en de Kromme Nieuwegrachten zijn onderlangs de hogeGa naar margenoot+ kaden omzoomd door geplaveide stroken gronds, die door middel van (merendeels houten) trappen bereikbaar zijn en waarop zich de onderkluizing van de rijweg en van de hierachter aansluitende keldersGa naar voetnoot1 der grachthuizen door bogen opent (afb. 26, 27, 30, 35, 36, fig. 9). Deze werven waren, en zijn ten dele nog, dienstig aan de in deze huizen uitgeoefende bedrijven, vnl. als ‘lastages’ voor het laden en lossen van goederen. Terwijl zij te wz. van de Visbrug grotendeels ontbreken, hebben zij langs het zuidelijk gedeelte van de Oudegracht een aanmerkelijke breedte. Tegenover de Gaard is de werf overbouwd door het achtergedeelte van huizen langs de Lijnmarkt | |
[pagina 64]
| |
Afb. 32. Jacobsbrug. Op de achtergrond de Weerdpoort naar tek. (1736) van Jan de Beijer
Catal. top. atlas nr 103 Afb. 33. Jacobsbrug (1912)
| |
[pagina 65]
| |
Afb. 34. Oude bestrating bij Oude Doelen naar foto van W. Stooker
(afb. 35); de kelders komen hier dus, onder korfbogen (xviia?), onmiddellijk op het vaarwater uit, gelijk ook aan de Lichte Gaard, de Plompetorengracht en onder het StadhuisGa naar voetnoot1. Te onzent komen zulke onderkaden, op kleiner schaal, nog alleen in Leeuwarden voor (‘De Kelders’). In gemeenschap met de werven enGa naar margenoot+ kelders staan hier en daar nog enkele overdekte gangen. In xix en xx zijn er vele dichtgeworpen en is de doorgaande verbinding onder de woonpercelen door tussengemetselde muren versperd. In de lengteas van de Choorstraat loopt, liep althans tot voor kort, een gang met aftakkingen, waaraan blijkens de overblijfselen van schouwen en gootstenen (nog tot na midden-xix bewoonde) kelders lagen. Zware middeleeuwse keldergewelven ook onder de op de Oudegracht aanlopende Haverstraat. | |
Weddenlitteratuur. v.d. monde Pleinen, straten, i, blz. 132 vv; trajectinus t.a. pl.Ga naar margenoot+ Hier en daar waren de werven ook bereikbaar langs overkluisde hellende stegen,Ga naar margenoot+ waarvan enkele dwars onder de bovenkaden door gegraven waren. Aan de Ganzenmarkt, wellicht ter plaatse van een nog in 1319 bestaand stuk van deGa naar margenoot+ oude Rijnloop, is zulk een wed (eerste aanleg xiv) bewaard gebleven (afb. 37). Het mondt onder een korfboog naar de werf uit en stond ook met de kelders onder het oude Stadhuis in verbinding. Een ijzeren balustrade omgeeft thans aan drie zijden het (in later tijd versmalde) gat in het straatdek. Hogerop tussen de Oudegracht en het Domplein, draagt een straat nog de naamGa naar margenoot+ Het Wed. Schuin hiertegenover stijgt een stenen trap naar de Lijnmarkt, die gecorrespondeerd | |
[pagina 66]
| |
Fig. 9. Oudegracht. Plan en profiel opgenomen bij Huis Oudaen
| |
[pagina 67]
| |
Afb. 35. Werf (overbouwd) achter de Lijnmarkt (Oudegracht)
zal hebben met het vm. Bisschopswed onder de Donkere Gaard. In het zuidereind leidt een dergelijke helling naar de werf achter de Twijnstraat. | |
Immuniteitenlitteratuur. matthaeus Fund. blz. 73; s. muller fz. Oude huizen, blz. 11; d. jansen inGa naar margenoot+ Architectura 1940, blz. 425; b.m. de jonge van ellemeet in Jb. Oud-Utr. 1935, blz. 45. De Kromme Nieuwegracht geeft nog heden een groot deel van de begrenzing der immuniteit van St. Pieter aan. Een ander overblijfsel van deze aard langs de huizen ten n. van de St. Janskerk (afb. 38); de bodem van deze sloot is omstr. 1930 geplaveid. Op de kaart van Braun en Hogenberg (ca. 1570) zijn de grenzen van deze ‘montaden’ aangeduid, die nog tot diep in xviii aan het stadsbeeld het door Const. HuygensGa naar voetnoot1 als ‘à l'ecclésiastique’ geschetste karakter gaven. | |
Jodenwijkje (bij de Oudegracht)litteratuur. v.d. monde Pleinen, straten, iii, blz. 51 vv; j. zwarts. Hoofdstukken uit deGa naar margenoot+ geschiedenis der Joden in Nederland (1929), blz. 39 vv; j. prakken in Mbl. Oud-Utr. 1951, blz. 25 vv; l.j. abelmann t.z.pl. 1952, blz. 36 vv; j.w. muller in Nom. Geogr. Neerl. 1948, blz. 64. | |
[pagina 68]
| |
Afb. 36. Werf langs de Lichtegaard (Oudegracht)
| |
[pagina 69]
| |
Afb. 37. Wed bij Ganzenmarkt
afbeeldingen. Tekening (xvia) in O.I. inkt, vertonend een gezicht op de Bakkerbrug en deGa naar margenoot+ Bakkerstraat, met een smal poortje tussen twee geluifelde houten gevels (gereprod. in het genoemde boek van J. Zwarts). Het jode(n)rijtje, in een transportbrief van 1455 het eerst vermeld, en wel onder deGa naar margenoot+ naam Joderije (vgl. Fr. juiverie), is een smalle steeg van de Oudegracht naar de Lange Elisabethstraat. Dieper in wordt zij breder en buigt haaks om naar de Bakkerstraat. Van een drietal dezer Joden-‘cameren’ zijn schamele muurresten over in bergplaatsen langs de steeg. | |
KraanOp de werf van de Oudegracht bij de Ganzenmarkt is in 1950 de grondslag van de m.e. stadshefkraan in het plaveisel gemarkeerd (z. fig. 16 op blz. 124). Eerste vermelding van een stadskraan in 1402. Op stadsgezichten van omstr. 1830 door c.j. behr, w.a. haanebrink en r. craeyvanger ziet men haar nog afgebeeld. Z. ook afb. 39 en 94 n. tek. van p. saenredam en p.j. van liender. | |
[pagina 70]
| |
Afb. 38. Gedempte immuniteitssloot langs n.zijde van St. Janskerkhof
| |
PompenGa naar margenoot+ litteratuur. v.d. monde Pleinen, straten, i, blz. 132 vv. Ga naar margenoot+ Tot voor enkele jaren waren van de talrijke straatpompen drie in stand gebleven.
1. Breedstraat. Hardstenen pomp (omstr. 1650, ten dele vernieuwd), bestaande uit een teerlingvormig onderstuk met plint en een smaller bovenstuk, dat een bekroning in barokstijl draagt, op de hoeken versierd met gebeeldhouwde dolfijnen. Eenvoudige gesmede zwengel, gegoten spuier in de vorm van een leeuwemuil waaruit een slangekop steekt. Blijkens de kameraarsrekening gemaakt naar een ontwerp van 1664 door p. adrz. thooft. In 1650 ontving nic. van damast (van der mast) betaling wegens het snijden van het | |
[pagina 71]
| |
Afb. 39. Gezicht op Huis Keyserryck, het oude Stadhuis, de Domtoren en de Kraan naar tek. (1636) van P. Saenredam
Catal. top. atlas nr 113 | |
[pagina 72]
| |
Afb. 40. Pomp bij de St. Geertekerk
model van de spuier dezer pomp (zie Dodt's Arch. III, blz. 300 en 311). 2. St. Geertekerkhof. Bij de kerk een pomp (xviiid, hersteld in 1925) met een ijzeren slinger en een bronzen spuier (afb. 40). Hardstenen bekleding en bekroning als van die op de Breedstraat (de dolfijnen echter niet meer aanwezig). 3. Mariaplaats. Eenvoudige hardstenen pomp met een leeuwebek als spuier. | |
ZwerfkeienGa naar margenoot+ litteratuur. v.d. monde Pleinen, straten, i, blz. 298; h.j. broers-wagenaar. Historische wandelingen (2e dr. Utrecht, 1909), blz. 36; g.a. evers. Utrechtsche overleveringen uit de M.E. (1941), blz. 33 vv. 1. Op de hoek van de Eligensteeg en de Oudegracht ligt de ‘gesloten steen’, een grote (offer-?) kei, met twee kettingen bevestigd aan de muur van het hoekhuis nr 364. De kei wordt in een transportbrief van 1520 vermeld, en wel als schampsteen (z.v.d. monde Pleinen, straten, i, blz. 298). 2. Een dergelijke kei, bij de afgraving van het St. Lucasbolwerk voor de dag gekomen, ligt onder een boom van het hier aangelegde plantsoen. | |
BorstweringenLangs de kaden, met name van de Oude- en de Nieuwegracht, en langs verschillende bruggen zijn giet- en smeedijzeren open borstweringen aangebracht. De meeste balusters, rechthoekig in doorsnede, vertonen Lod. xiv-, Régence- en Lod. xvi- vormen en -ornament (afb. 41, 43, 44), een aantal ook Empire-kransjes en pijnappelbekroningen. De balustrades langs de kaden (de oudste hadden eenvoudige ronde spijlen) vervingen sinds omstr. 1730 meest stenen muurtjes, gelijk er nog enkele over zijn, o.a. bij de Jansbrug. Op de bruggen stonden blijkens oude stadsgezichten (De Beyer e.a.) eenvoudige spijlhekken. | |
SchamppalenGa naar margenoot+ litteratuur. w.a.f.b.(annier) in Mbl. Oud-Utr. 1926, blz. 49. Voor een aantal huizen en op straathoeken zijn, als afhouders, ijzeren kanonlopen | |
[pagina 73]
| |
(xviii-xix) in de grond gegraven: Oudegracht 17 en 19, Nieuwegracht 53, 64, 68, 135, 137 (afb. 43), Achter St. Pieter 4, Kromme Nieuwegracht 22 en 54, Doornstraat 4 en 5, Muntstraat 5 en 6, Drift 4 en 6, hoek Drift-Wittevrouwenstraat, St. Janskerkhof-hoek Domstraat, Lange Nieuwstraat 2. Twee schamppalen (omstr. 1550) met alliantiewapens, afkomstig van voor perceel Kromme Nieuwegracht 34, zijn nu in het Centraalmuseum. | |
Klokken1. Tegenover het huis Nieuwegracht 162 hangt een brandklok, blijkens het opschrift in 1628 gegoten door m. meurs.
2. Z. bij vm. Commiezenhuis. (blz. 142) | |
BeeldOp de hoek van de Mariaplaats en de Mariastraat staat, op de hoogte van de verdieping, een houten keizerbeeldje (omstr. 1850), dat de herinnering moet bewaren aan een dergelijk beeld (1781 door c. koopman, ter vervanging van een ouder, voorstellend keizer Hendrik iv), dat op de nok van het koor der vm. St. Mariakerk stond en in 1844 bij de afbraak van dit koor verwijderd werd. Afb. 41. Baluster aan Kr.N.gracht
(z. Utr. Volksalm. 1845, blz. 77; Catal. Centraalmus. 1928, nr 1402; Catal. beeldhouww. Rijksmus. 1904, nr 124; p.t.a. swillens in Jb. Oud-Utr. 1950, blz. 72). |
|