Winterbloemen(1879)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 274] [p. 274] De zwaluw. 'k Trok door een schoone streek, groen, boschrijk, vruchtbaar heen. Het was in d' oogst: elk was op 't veld aan 't werk: de zeissen Gaf hier aan 't koren, ginds de vlegel 't graan zijn eischen; Maar alles aarde en aardsch; geen zucht dan voor 't Beneên. 'k Kwam straks aan 't doel der reis, 't Trappisten-klooster aan. Wat vond ik daar? Slechts zucht om 's hemels heil te winnen: Stilzwijgendheid, gebed, rust, doodinge der zinnen; Een offer van het Hier aan 't Ginds: een half bestaan. O zuchtte ik in mij zelv': gij arme blinde mensch! Dat ge ook de gaaf mist aarde en hemel saam te paren! En 't zwaluwtjen omhoog, dat 'k zingend op zag varen, Terwijl 't zijn mugjes vong, lokte uit mijn hart een wensch!.... Vorige Volgende