Winterbloemen

(1879)–J.P. Hasebroek– rechtenstatus



[pagina 162]
Volharding en arbeid. In het Museum-Plantin te Antwerpen. Ik doorwandel 't Museum-Plantin in het rond, Waar vóór eeuwen Moretus in woonde, En zijn boekdrukkerspers als een troonzetel stond, Waar de Wereldvorstin toen op troonde En waarheen ik mij wend, ik hervind het symbool, Tot des Aartsdrukkers wapen verkoren, Dat vertolkt wordt in beeld en 't veelzeggend parool, Dat 'k er onder in gouddruk zie gloren. Zie! daar staat hij, de Passer, door 's Meetkunstnaars hand Deels in rust gezet, deels ook bewogen, De ééne voet met de spits op haar standplaats geplant, De ander wandlend met sierlijke bogen. Welk een wenk geeft die Stilstand en Voortgang te zaam? Schoone les, waar een ieder naar hoore. Zie! in goud prijkt met letters haar dubbele naam, Die Constantia luidt et Labore. Door Volharding, die van geene slingering weet, En door Arbeid, door niets te vermoeien, Maakt de Tijd op zijn weefstoel de webbe gereed, Die geen oogenblik ophoudt te groeien. Deze dubbele les heeft Moretus verstaan, Dees zijn drukpers-paleizen doen rijzen; Wie zijn stichting bewondrend beziet, denke er aan, En - hij late er zijn weg zich door wijzen.