Winterbloemen(1879)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 147] [p. 147] Semper virens, semper florens. Aan den Schrijver eener vriendelijke Beoordeeling van mijn Sneeuwklokjes, onder dit opschrift. Mijn handdruk, Vriend, voor 't gunstig woord, Mijn ‘Klokjes’ toegeroepen; Zij knikten, toen het werd gehoord, U dankbaar toe bij groepen. En waar ze toch mijn kindren zijn, Uit hoofd en hart geboren, Die lof aan 't kroost werd ook de mijn' En mag ook mij behooren. Ik trek 't dus meê mijzelven aan, Dat Virens en dat Florens: 't Heeft voor wie op den grafrand staan Iets wonder zielbekorends. Toch zinkt mij bij 't getuigenis Het hoofd ten boezem neder, En 'k geef wat daarin lofspraak is Terstond een Ander weder. Vernieuwt Uw kracht in d'ouderdom Nog staâg mijns harten lente, Die gaaf - ze keert tot U weêrom, Mijn God! met al haar rente! Vorige Volgende