Winterbloemen
(1879)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij
[pagina 117]
| |
De reiziger.Een ReizigerGa naar voetnoot1) staart op het strand
Der Sicieljaansche kusten.
Zijn blik blijft aan den overkant,
Op d' andren oever rusten.
Wat wemelt scheemrend in 't verschiet?
Is dat zijn land der droomen?
Is de Afrikaansche kust daar niet
Hem voor het oog gekomen?....
Zoo trekt hem met magnetenkracht
Dat land als nooit te voren....
Uw Landontdekker, lang verwacht,
Afryke, is hier geboren!
Gij, koele Twijflaar, vraagt misschien:
‘- Wat noopt u tot gelooven? -’
Mijn oog heeft de Overzij' gezien:
Dat trekt zoo 't hart naar Boven!
|
|