Sneeuwklokjes
(1878)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij
[pagina 251]
| |
Douza's heldenzwaard.(Heildronk bij het feestmaal der Oud-Leidsche Jagers op den driehonderdsten jubeldag van Leidens Hoogeschool, 8 Februari 1875.)Ik drink op Douza's heldenzwaard,
't Zwaard van dien Roem van Leidens erve,
Die, als de Schildgodin Minerve,
Saam krijg en lettren heeft gepaard.
Hij, met die dubble zucht in de ader,
Studenten-Jagers! was uw Vader!
Ik drink op Douza's heldenzwaard.
Ik drink op Douza's heldenzwaard.
Dat zwaard hielp meê voor Leiden strijden;
Dat zwaard hielp Leiden meê bevrijden;
En (eerloon, in dien kamp gegaârd!)
Dat zwaard hielp Leidens schole stichten,
Wier glorie de eeuwen dóór zou lichten.
Ik drink op Douza's heldenzwaard.
Ik drink op Douza's heldenzwaard.
Toen 't moedig Hoofd ten grave daalde,
't Zwaard zonk niet mede in de aard, maar straalde
Op 't marmer, dat zijn asch bewaart:
| |
[pagina 252]
| |
En sinds, wen oorlogs-kreten stegen,
Kwam 't Pallas-kroost, en nam dien degen.
Ik drink op Douza's heldenzwaard,
Ik drink op Douza's heldenzwaard.
Bedreigden, na schier honderd jaren,
Het vrij Gewest weêr krijgsgevaren,
Die 't Lelierijk den lande baart,
Ook Leiden zag met heldenvingeren
Studenten 't zwaard van Douza slingeren!
Ik drink op Douza's heldenzwaard.
Ik drink op Douza's heldenzwaard.
Klonk, anderhalf jaarhonderd later,
Op Waterloo 't kanongeklater,
Minerva's kroost staat weêr geschaard!
Verbaasd zien Frankrijk's grenadieren
Ze als mannen 't staal van Douza zwieren.
Ik drink op Douza's heldenzwaard.
Ik drink op Douza's heldenzwaard.
't Jaar Dertig brengt weer d'oorlogsdonder.
Maar Holland haalt het hoofd niet onder,
Daar Pallas meê haar zoons vergaârt,
En ze in haar taal roept ter viktorie:
‘Pro patria est dulce mori.’Ga naar voetnoot1)
Ik drink op Douza's heldenzwaard.
Ik drink op Douza's heldenzwaard.
Toen de Overwinnaars juichend keerden,
En Beeckmans schim op 't lijkfeest eerden,
Zegt, als ge op 't eereteeken staart,
| |
[pagina 253]
| |
Ziet ge er, omruischt door jubelzangen,
Zijn zwaard niet boven 't marmer hangen?....
Ik drink op Douza's heldenzwaard.
Ik drink op Douza's heldenzwaard.
Zoo thans de hoogtijds-vuren flikkeren,
Ziet in hun gloor 's Mans wapen blikkeren,
Door 't licht van 't Eeuwfestijn verklaard:
't Glanst aan de zij' des Vaandeldragers,
Die treedt aan 't hoofd der Leidsche Jagers.
Ik drink op Douza's heldenzwaard.
Ik drink op Douza's heldenzwaard.
Het blonk, het blinkt, 't zal blijven blinken;
Zijn' luister zien geen eeuwen zinken;
't Leidsch Pallas-kroost blijft de Oudren waard!
In krijgsmoed, bij geleerdheids veder,
Herrijst ge, o Douza, eeuwig weder!
Ik drink op Douza's heldenzwaard.
|
|