Sneeuwklokjes(1878)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 155] [p. 155] Het vallend blad. Van uw boomtak losgereten, Vallend blad, waar vliegt gij heen? - Vraagt ge 't mij? Hoe zou ik 't weten? 't Onweêr rukte d' eik van een, Die mij steunde en droeg voorheen. Sinds voor mij geen rust te vinden! Bood me al 't mos in 't woud een sprei, Straks verjoegen mij de winden Uit het bosch ter open weî, Van de hoogte af ter vallei. Dies, naar mij de orkanen drijven, Zwerf ik rond, nu daar, dan hier. 'k Blijf, waar alle dingen blijven, 't Glanzend blad van den laurier, 't Rozenblad van d' eglantier. (Arnault.) Vorige Volgende