Sneeuwklokjes(1878)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 84] [p. 84] Geestenstemmen. In uw kindsche jaren, Waar uw voet ook ging, Ruischten wind en baren, Of ze een roepstem waren, Die u noodde: Zing! Zat ge als jongling neder, Mijmrend bij een stroom, De eigen stem klonk weder, Maar nu zacht en teeder, Zoetlijk fluistrend: Droom! Later als u 't leven In zijn ernst verscheen, Liefde u ging begeven, Hoop u stond te ontzweven, Riep die stemme: Ween! Eindlijk, sinds uw harte, Vroeger 's onspoeds wit, Erger lijden tartte In eens worstlaars smarte, Dringt die stem u: Bid! (Tournier.) Vorige Volgende