Sneeuwklokjes(1878)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] De groote kindervriend. Goddelijke Kindervriend! Wat hebt ge aan de jeugd verdiend, Gij, wiens feesten zelfs aan kleenen Meer dan aardsche vreugd verleenen! Als het Kerstfeest de aard verheugt, Prijkt uw Kerstboom voor de jeugd Met zijn lichtjes, met zijn gaven, Die uw kinderliefde staven. Rijst ge als koning uit het graf, 't Paaschfeest gaat de dag vooraf, Dat de kleinen, met hun palmen Zwierend, u 't Hosanna galmen. Is die kroondag werklijk daar, Weder juicht de kinderschaar: 't Paaschbrood, 't Paaschei wordt gegeten Onder blijde jubelkreten. [pagina 25] [p. 25] En daagt eindlijk 't laatste feest, 't Jonge volkje is blij' van geest, Als 't de Pinksterbloem ziet tronen Onder zegeboog en kronen. Dies, gij groote Kindervriend! Dank hebt ge aan de jeugd verdiend, Daar uw feesten zelfs aan kleenen Hemelvreugd op aard verleenen. En dien dank wacht ge ook van ons, Ouder leden uws Verbonds, Als ge ons in dit beeld wilt leeren: ‘Mensch! word kind: gij zijt des Heeren!’ Vorige Volgende