Sneeuwklokjes(1878)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] Eeuwige minnarijen. Wanneer de zon des avonds daalt, En op den wand der burchtzaal straalt, Hoe blinkt dan, door dien gloed beschenen, De herdersgroep, dien 't kunstpenseel Deed leven op het muurpaneel Voor oogen, die reeds langs verdwenen! Zie, hoe de herder in 't plantsoen, In schaduw van het olmengroen, Zich neêrzet aan den zoom der weide. Hoe gretig drinkt zijn herderin Den vuurstraal van zijn blikken in! Een zelfde gloed verteert hen beide. De schaapjes grazen vredig rond. Al zacht en zoet daalt de avondstond, En druppelt dauw op bloem en knoppen. De herder neemt zijn fluit van riet, En kweelt een teeder minnelied Voor 't Liefje, dat zijn hart doet kloppen. [pagina 8] [p. 8] En bij dat jong, onschuldig paar, Arkadisch, zoo er ooit een waar', Verliezen we ons in zoete droomen. Ziedaar een wereld, vreemd voor 't hart, Verteerd door Liefdes wee en smart, Ons bron van zooveel tranenstroomen! Nooit wordt de minnaar 't fluitspel moê; De herderin hoort immer toe; En wij, wij vangen meê die klanken. Wel treft geen hoorbre galm ons oor, Toch trilt ons hart een zangtoon door, Dien we aan verbeeldings luitspel danken. O met wat hemelzoet geluid Kweelt ons, speelt ons die tooverfluit Haar lied, als in den droom vernomen! De herder neuriet, nacht en dag, Zijn zang, die nimmer zwijgen mag, Maar klinken blijft, wie gaan of komen. De herderin lacht immer voort, Door niemand in de vreugd gestoord, Die steeds haar rozenmond doet plooien, Daar olm en popel, immer groen, Ook als de winterstormen woên, Gestaâg met d' eigen dos zich tooien. Zoo zaagt gij, teederminnend paar, Nu langer reeds dan honderd jaar, Verliefde groepen langs u zweven, En hoorde, in d' achterhoek der zaal, Reeds menig kusje menigmaal Steelswijs geroofd en weêrgegeven. [pagina 9] [p. 9] En als de minnenden van thans Haast slapen, bij den maanlichtglans, In 't graf, zich oopnend voor hun voeten, Zult gij, o herder, met uw fluit, Met altijd even zoet geluid De minnaars van de toekomst groeten! (Theuriet). Vorige Volgende