Poëzy
(1836)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij
[pagina 100]
| |
2.In 't vlak van den vloed, waar de stormwind op blaast,
Ziet langer de Hemel zijn beeld niet weêrkaatst:
En als hem de winter met de ijskorst bezwaart,
Het licht van omhoog vindt geen spiegel op aard.
| |
[pagina 101]
| |
3.Maar vloeit hy in kalmte, door 't zonvuur bestraald,
Dan is 't of de Hemel op aarde is gedaald:
En wordt hy door d'avond tot rusten genood,
Het zonlicht des Hemels zoekt stervend zijn schoot!
1834. |
|