Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 308] [p. 308] CLVII. 'k Bezocht een boerderij, Noordhollandsch op end' op, Geschrobd, geboend, gewit, van onder tot den top; Ja, zelfs 't geboomte op 't erf moest lijden van de plassen: Zijn stam, zijn bast, zijn schors, 't stond al met kalk gewasschen, En 'k vond dus voor de vraag de oplossing me aangeboôn: Hoe komt ons Hollandsch toch voor fraai aan 't woord van schoon? Vorige Volgende