Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende XCV. Toog Isrel uit Egypte om naar 't land Gods te gaan, 't Aartsvaderlijk gebeent trok meê naar Gods geboden. Zoo wij: wij trekken voort, een lange karavaan, En elk draagt op dien tocht met zich in 't hart zijn dooden. Vorige Volgende