Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende LXXXVI. Des grooten dichters kunst gelijkt Congreves pijlen, Die lichtend heinde en veer naar 's vijands vesting ijlen. Zijn woord vliegt de eeuwen door, den tijdgenoot voorbij, In 't hart des nazaats, die er door ontbrandt als hij. Vorige Volgende