Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende LXXXIII. Wie van de kerk zich scheidt om dìt of dàt dat stuit, Giet met 't badwater 't kind, 't kind dat hij zelf is! uit. Vorige Volgende