Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende LXXV. Wat is de mensch? - Zijn woord, ook 't schoonst, stokt in een tacet; Zijn leven, ook het schoonst, neemt einde in een hîc jacet. Vorige Volgende