Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende LXVI. Men vroeg aan Ney zijn naam, toen 't doodvonnis hem trof: ‘Schrijf:’ sprak hij, ‘Michel Ney, en ras een handvol stof!’ Gij, die zoo tuk zijt om uw tit'len te vermelden, Wat zullen zij voor d' aâm, die 't stof straks wegwaait, gelden? Vorige Volgende