Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende XXX. A. neemt een proef, of hij niet B. kan overtuigen? 't Gaat niet, waar B. eens in een richting is gegroeid, Waaruit zijn waan, als uit een dakpijp water, vloeit: Als 't gaan zou, moest A.B. eerst kunnen overbuigen. Vorige Volgende