Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 278] [p. 278] XXI. Ziet ge, oud, uw gâ der jeugd, ge aanschouwt uw jeugd in haar: Uw Jonkheid staat nog in de vroegre Jonkvrouw daar. Ze is als het stipje zon dat, dalend, 't laatst blijft blinken: Zoolang 't nog blinkt, is 't dag; als 't zinkt, de nacht gaat zinken. Vorige Volgende