Dicht en ondicht(1874)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 240] [p. 240] Het Mexicaansche treurspel. Noodlots-tragedie, die de Oudheid zag spelen, Als Melpomeen hare schouwplaats betrad! Schrik grijpt ons aan bij 't gezicht der tooneelen, Waarin uw Fatum de koningsrol had! Had eens zijn vinger zijne offers geteekend, Dan werd met deernis noch droefheid gerekend, Goden en menschen gehoorzaamden hem. 't Bloed werd geplengd van geslacht tot geslachte, Tot was voldaan aan heel de Onheils-gedachte, Die tot hen sprak met der godspraken stem. Noodlots-tragedie! Herhaalt gij nog heden 't Schouwspel van vroeger op 's werelds tooneel? Kiest gij voor schouwburgzaal Mexico's Eden? Voor decoratie zijn bloemenpriëel? 'k Zie hoe daarheen twee grootmachtige Vorsten, Gaul en Germaan, saam te stevenen dorsten, Als de Argonauten de goudene vacht, Zoekend de kroon van dat landschap te rooven! ... Maar 't Noodlot spreekt in zijn godspraak van Boven: ‘Wee wie naar 't goud van die keizerskroon tracht!’ [pagina 241] [p. 241] 't Noodlot heeft dreigend zijn vonnis gesproken. Wordt dit vervuld? ... Gij, Geschiedenis, spreek! Nooit werd meer schriklijk een aanslag gewroken, Waarvan bij de uitkomst de onzinnigheid bleek. De ex-Keizer Max boet met eigenen bloede De eerzucht, die hij voor den keizersrang voedde; Zijn Keizerin stijgt de waanzin naar 't hoofd; Balling sterft, ver van Parijs, Bonaparte, En, waar hij Juarez straffeloos tartte, Wordt nu Bazaine de vrijheid ontroofd! Noodlots-tragedie! Niet enkel slechts de Ouden Zagen u op hun tooneelen gespeeld! Wat ze in die Sagen der Vaadren aanschouwden, 't Noodlots-mysterie werd ons ook bedeeld. Op der Geschiednis donkre gordijnen Zien wij de hand van een Lichtbeeld verschijnen, Die op haar banen het Upharsin schrijft. Wachten wij ons dus, een oordeel te spreken! Haast staat het zegel der Almacht te breken, Die bij de onthulling de Aanbidlijke blijft Vorige Volgende