Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdWoensdag 30 april 1941- - -Ga naar voetnoot627 Uitvoerige besprekingen gehad vandaag met de Board of Trade en de Cotton Board: de Engelsche katoenindustrie is erg achter met de toegezegde leveringen van textielen naar Indië, welke ik het vorig jaar tot een bedrag van £ 2.5 millioen aan orders had voorbereid. Met de terecht, zelfs veel te laat, door de Regeering doorgevoerde concentratie van de Britsche industrie op oorlogsproductie is deze achterstand noch te laken, noch dient zij te verwonderen. Alleen hadden de Britten ons niet telkens mogen geruststellen en daardoor hebben zij ons belet om tijdig elders te voorzien, hetgeen erg bedenkelijk is i.v.m. den toestand in het Verre Oosten en de kans op afsnijding van onze verbindingen. Juliaantje's verjaardag; ik vind het nog steeds verkeerd, dat H.M. haar naar Canada heeft gezonden. Als de Engelsche prinsesjes hier konden blijven, konden de Hollandsche dat ook. Er zijn heusch nog wel rustige en vrij veilige plekken in dit belaagde land. De Engelsche strijdkrachten schijnen - zie hiernevensGa naar voetnoot628 - nog vrij goed uit Griekenland te zijn weggekomen en zooals ik wel verwachtte, | |
[pagina 292]
| |
wordt dit als een ‘succes’ geboekt. In zekeren zin en alles in aanmerking nemend, is dat misschien juist. - - - |
|