Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 286]
| |
Dinsdag 22 april 1941- - -Ga naar voetnoot606 De internationale organisatie voor de thee-propaganda, waarin ik voor Indië zitting heb, had geweldige interesse voor de theestrooierij in NederlandGa naar voetnoot607 en heeft van de R.A.F. gedaan gekregen, dat zij een serie photo's heeft mogen maken van de piloten, die dat werk hebben uitgevoerd; de photo's zijn zeer goed geslaagd: men ziet de vliegers op het punt in de ‘bombers’ te stappen met een groote bak met theezakjes (photo's ingeplakt achter in deel II van het dagboekGa naar voetnoot608). Ik zond een stel naar Indië en een stel aan Prins Bernhard, die door Indië daarover ook is aangezocht. 's Middags een bespreking onder leiding van Minister Gerbrandy om de bepalingen over vijandelijk gebied toe te passen op Roemenië, Bulgarije en Hongarije conform een Britsch voorstel; ieder was het daarmede eensGa naar voetnoot609. Voorts voor Italië en onbezet Frankrijk. Met 't eerste was men 't ook algemeen eens; ik stelde voor Italië te verklaren tot ‘door den vijand bezet gebied’ (wij zijn nl. niet in oorlog met Italië), hetgeen voor Mussolini veel hatelijker is dan een oorlogsverklaring. Men was algemeen accoord, doch ik vond 't noodig om Welters instemming te vragen. Over onbezet Frankrijk wint Buitenlandsche Zaken bij het Foreign Office nadere inlichtingen in, omdat men momenteel niet precies weet hoe de Engelschen thans tegenover het probleem staanGa naar voetnoot610. Sedert Darlan met zijn anti-Britsche politiek in Vichy de overhand heeft en Pétain steeds meer op den achtergrond raakt, is mijn sympathie voor onbezet Frankrijk zeer getaand. - - - |
|