Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdMaandag 21 april 1941- - -Ga naar voetnoot600 Werd om elf uur opgebeld door Gerbrandy, of ik dadelijk wilde deelnemen aan een bespreking bij admiraal Furstner over de Singapore-plannen voor gezamenlijke oorlogvoering, als Nederlandsch-Indië, Malaya (Hongkong!) of Australië door Japan worden aangevallen, of als Japansche strijdkrachten in Fransch-Caledonië, Zuid-Indo-China of de Golf van Siam komen of den breedtegraad 0 overschrijdenGa naar voetnoot601. Ik zei dat onze Generaal Verniers van der Loeff erbij moest zijn, als militair | |
[pagina 285]
| |
adviseur van mijn Minister in de eerste plaats. Eerst wilde Gerbrandy dat niet en toen was Van der Loeff niet te bereiken. Ik aarzelde of ik komen zou, omdat de admiraal er niets mede te maken had, maar vond het tenslotte beter om wél te gaan; nu Buitenlandsche Zaken en Defensie er ook zouden zijn, ware het hoogst ongewenscht, als Koloniën niet vertegenwoordigd zou zijn bij een bespreking, die speciaal op Indië sloeg. Ik protesteerde echter zeer nadrukkelijk tegen de onnoodige korte oproeping en tegen het niet uitnoodigen van Generaal van der Loeff; 't was geloof ik meer onhandigheid van Gerbrandy dan opzet. De geheele bespreking, waar ook onze GezantGa naar voetnoot602 bij aanwezig was, bleek overigens slechts te dienen om Gerbrandy in te lichten over de draagwijdte van de voorstellen, opgemaakt te Singapore door onze, de Britsche en Australische militaire en marine-vertegenwoordigers onder leiding van den Engelschen opperbevelhebber in het Oosten, Air Marshall Brooke-Popham. De voorstellen gaan - gelukkig - thans héél ver. Na de bespreking met Dyxhoorn, Van Bylandt, Admiraal Furstner geluncht bij Minister Gerbrandy. 's Middags met Michiels en Van Bylandt een telegram opgesteld aan de beide ministers te BataviaGa naar voetnoot603, of zij accoord gaan met stappen te Washington door onzen gezantGa naar voetnoot604 samen met HalifaxGa naar voetnoot605. |
|