Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 287]
| |
Woensdag 23 april 1941- - -Ga naar voetnoot611 Heb eens met Van Bylandt mijn oude hobby van de uitgifte van een Oranjeboek besproken; daar dring ik al sedert Augustus 1940 op aanGa naar voetnoot612. Welter heb ik er voor opgewarmd destijds in den Ministerraad te bespreken en later op 13 October Steenberghe. Van Kleffens had echter altijd uitvluchten: 't werd toch niet gelezen; er was geen materiaal voor; zijn menschen hadden geen tijd. Later zei hij steeds, dat men er mee bezig was, maar er gebeurde niets en het is toch zoo uitermate belangrijk. Ik liet Van Bylandt mijn nota daarover (zie knipselboek) van ± 15 October lezenGa naar voetnoot613. Hij was er aanstonds enthousiast voor, evenals Van Vredenburch, met wie hij het besprak. Hij heeft aanstonds aan Van Kleffens in Indië geseind, precies met mijn argumenten van October en met het voorstel aanstonds een commissie van de erbij betrokken departementen te benoemen onder leiding van den Vice-President van de Raad van State, Beelaerts van Blokland, hetgeen ik ook al in October '40 had voorgesteldGa naar voetnoot614. Ben benieuwd, of Van Kleffens er nu in treedt; ik vrees van niet: wat er over Nederland's wederwaardigheden z.i. te vertellen valt, heeft hij zelf al beschreven in zijn ‘the Rape of the Netherlands’ (met zichzelf als centrum!). Maar misschien komt het Oranjeboek er tenslotte toch, zooals 't met | |
[pagina 288]
| |
mijn voorstel over de ravitailleering van Nederland is gegaan: in Juni 1940 bijkans geridiculiseerd door Handel, Nijverheid en Scheepvaart en nu, sedert November 1940 zoowat hun belangrijkste onderwerpGa naar voetnoot615. - - - |
|