Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 207]
| |
Eenige dagen geleden arriveerde een nogal verdachte Japanner te Batavia, die aanvankelijk weigerde aan de immigratie autoriteiten eenige inlichtingen te geven over zijn reisdoel of over zijn plannen; hij werd afgehaald door menschen van het Japansche consulaat-generaal, die vrij onhebbelijk optraden. Onder pressie deelde de man mede, dat hij Miyo heette, kapitein-luitenant-ter-zee was bij de Japansche marine en een regeeringsopdracht had om in Nederlandsch-Indië marinezaken, economische en landbouwaangelegenheden te bestudeeren. Uiteraard kon hij niet worden toegelaten: het is gebruikelijk, dat de komst van zulk een persoon vooraf wordt aangekondigd bij de Regeering; men heeft hem nu te Batavia onder politiebewaking (in een hotel) geplaatst. Lovink vroeg namens den Landvoogd, of men Miyo aanstonds per vliegtuig zou wegzenden. Hoewel er juist nieuwe spanningen bestaan met Japan - het heeft een grievennota bij ons ingediend over allerlei opgeblazen of gefantaseerde onbehoorlijkheden tegenover Japanners in IndiëGa naar voetnoot398 - heeft Welter, na overleg met Van Kleffens, toch besloten, dat de man zal worden geëvacueerd, echter met zoo weinig mogelijk opzien. 'Middags een flinke wandeling gemaakt met Poelang; hij is nog erg schuw en vreesachtig. |
|