Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdWoensdag 13 november 1940Ik ben niet in de stemming om de politieke gebeurtenissen in de wereld en in eigen kring te beschrijven en volsta met een enkele aanteekening. De Engelsche marineluchtmacht heeft eergisteren in Taranto een zware en, naar het schijnt, zeer succesvolle aanval op de Italiaansche vloot gedaan; naar verluidt zijn drie slagschepen en twee torpedojagers onbruikbaar gemaakt of gezonken: een nieuwe geweldige klap voor | |
[pagina 195]
| |
Mussolini, zoowel intern als internationaal; het gaat hem zeer slecht in Griekenland; hij schiet niet op in Afrika en nu dit. In Spanje en ook in Japan en niet minder in Frankrijk en Fransch Afrika zal dit een grooten indruk maken, om de overige Balkanlanden, Joego-Slavië en Turkije voorop, niet te vergeten.
De onderhandelingen in Batavia met Japan hebben een mijlpaal bereikt: er is een olieleveringsovereenkomst afgesloten, op de basis van onze aanbiedingen en niet op die van de Japansche eischenGa naar voetnoot365: een - voorloopig - groot succes van onze politiek van rustige tegemoetkomendheid op practisch gebied en besliste afwijzendheid op politiek en principieel gebied; ondanks de aanvankelijke critiek op onze houding in Engeland en Amerika, begint men in te zien, welk een grooten dienst wij bezig zijn den vrede in Oost-Azië te bewijzen. Maar men moet natuurlijk niet te vroeg juichen: in de Pacific kan, helaas, nog van alles gebeuren en de berichten over Japansche troepen en vlootconcentraties op het eiland Hainan bij Zuid-China zijn weer vrij alarmeerend, al hecht ik daaraan voorloopig niet te veel geloof. Uit geheime, maar betrouwbare bron hebben wij overigens bericht, dat Indo-China toegegeven heeft aan allerlei economische eischen voor leveringen aan Japan: dat kan op den duur voor ons niet zonder repercussies blijven. Ik maakte op verzoek van de Britsche Foreign Office een Engelsche nota op over het verloop van de onderhandelingen te Batavia tot dusverreGa naar voetnoot366; zij is nogal lang en vindt dus een plaats in het ‘knipselalbum’Ga naar voetnoot367. Gisteren is de nota-Lamping (zie 8 November blz. 498Ga naar voetnoot368) in den Ministerraad behandeld, maar met, helaas, voorloopig heel weinig succes. Voorshands waren alleen Welter en Steenberghe voor openhartig overleg met de Britten over ons eigen oorlogsdoel: volledige onafhankelijkheid en waarborgen tegen nieuwe agressie en pogingen tot een vrede door vergelijk. De overigen schijnen nog te willen doorvechten tot Duitschland en dus ook het heele vasteland zal zijn vernietigd, inclusief | |
[pagina 196]
| |
dus ook ons eigen, arme land, al weet niemand klaarblijkelijk, hoe dat doel in afzienbaren tijd kan worden bereikt. In de volgende vergadering van den Ministerraad wordt intusschen de gedachtenwisseling voortgezet. Helaas, vermoedelijk wederom een constructief denkbeeld op het schavot van de onmacht en de onwetendheid! |
|