Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 127]
| |
Donderdag 19 september 1940Gistermiddag zijn Gerbrandy en Welter bij de Lord Mayor van LondenGa naar voetnoot232 geweest om hem een chèque van £ 50.000 aan te bieden voor de getroffenen onder de bevolking van Londen en als blijk van erkentelijkheid voor de hier genoten gastvrijheid. Het was een denkbeeld van Welter als Minister van Financiën, dat ik warm heb ondersteund; wij zitten als Regeering krap in onze duiten, maar de ellende hier, in de volksbuurten vooral, is vreeselijk: ik heb er vrij wat van gezien. Nu echter hebben de Duitschers het sedert eenige dagen op de West End gemunt: overal om ons heen zijn bommen gevallen en huizen ingestort. Gisterennacht viel een zware bom op de Underground bij Marble Arch en sloeg door de hoofdwaterleiding: 150 menschen, die daar schuilden, mannen, vrouwen, kinderen zijn verdronken; zoo gaat het maar door; het is moeilijk je hoofd bij de zaken te houden. Toen ik gisterenmiddag uit de City terugkwam was er een bericht voor mij van Welter, dat hij met Minister Dyxhoorn de nacht buiten op Selsdon Park, waar we vroeger woonden, ging doorbrengen, op voorwaarde, dat ik ook ging: ik had dus weinig keus; het werd Welter en Dyxhoorn hier te bont. Wij konden op Selsdon Park nog juist kamers krijgen: 't is er stampvol met menschen, die geëvacueerd zijn. We sliepen gelukkig weer eens in een bed: al is 't daar ook lang niet rustig (dichtbij het vliegveld Croydon), het is eenvoudig niet te vergelijken met het Londensche vagevuur. Toen wij vanmorgen weer in de stad terugkwamen, bleek Londen weer een slechten nacht gehad te hebben, vooral in onze buurt. Vlak bij was een luchttorpedo schuin omlaag in een schuilkelder van een gebouw geslagen en had alle menschen gedood: een allerongelukkigst toeval. Men vraagt zich af, hoe lang de bevolking hier dit alles zal kunnen dragen en wanneer Roosevelt of de Paus zal voorstellen dit onzinnige bloedbad te staken. De Italianen rukken thans op in Egypte; het behoeft niets te beteekenen, dat zij voorloopig vooruitkomen, maar ik had toch graag gezien, dat het initiatief bij de Engelschen was. | |
's AvondsNu zit ik zonder Welter in de flat; hij is weer met Dyxhoorn in de militaire auto naar Selsdon Park, maar ik ben het daarmede niet eens, | |
[pagina 128]
| |
tenzij de Regeering als zoodanig besluit te evacueeren; anders ontstaat er een sterke bevoorrechting van ministers en hooge ambtenaren, vergeleken met de lagere, die niet kunnen wegkomen 's nachts. Voorloopig blijf ik nu maar hier; misschien kan ik dit spoedig echter niet meer volhouden. Onze Hongaarsche gedienstigen zijn echter dolblij, dat ik weer in huis ben. Ik wil geen ongemotiveerde risico's nemen, maar jij zou toch ook niet willen hebben, dat ik mij bang of laf gedroeg. Joke, hoe graag ik met jullie was, op het oogenblik dank ik den Hemel, dat ik jullie niet bij me heb, hoe eenzaam ik me ook voel. Londen wordt stelselmatig langzaam vernietigd, maar vooral onze zenuwen worden zwaar op de proef gesteld, nu al weken lang. Als ik maar wist, wat Churchill's plannen waren, of zelfs maar, dat de Britsche Regeering goede, degelijke plannen had, dan zou alles zoo veel gemakkelijker te aanvaarden zijn, maar in onze kring is weinig vertrouwen in de efficiency van onze bondgenooten. Misschien - ik hoop het vuriger dan ik zeggen kan - vergissen wij ons. |