Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdWoensdag 18 september 1940Wederom de 18e; ik kan niet zeggen, dat alles er prettiger uitziet, dan op 18 Augustus. Ik denk aan jou, ik denk aan jullie, telkens en telkens, en wanneer ik jullie zal terugzien en wanneer wij uit deze hel wegkunnen. Als 's avonds voor de zooveelste keer de sirenes gaan en het afweergeschut begint te donderen en de Duitsche vliegtuigen beginnen te zoemen, en de bommen weer te fluiten en we hebben het radionieuws gehoord, dan ga ik naar mijn slaapkamer, kleed mij uit, bid voor jullie, lees je briefje van 15 Mei, bekijk jullie foto's, pak ze met een paar andere dingen in mijn Brusselsche koffertje, trek mijn kamerjas aan en ga met de lift (als hij werkt!) naar de schuilkelder. Dan komt de lange nacht: slapen is met al dat lawaai en de telkens vallende bommen heel lastig, maar 't lukt me tot dusverre nog wel, al heb ik zelden meer dan vijf uur. Iedereen komt trouwens veel slaap te kort en allen zien er moe en ‘worried’ uit. Vanmorgen bleek, dat het weder onze buurt was, die een zware afstraffing had gehad vannacht: in de straat achter ons drie huizen weggeslagen; de groote department store bij Oxford Circus John Lewes geheel afgebrand, vele straten afgezet vanwege de tijdbommen en overal ruiten kapot. Ik telde vannacht 15 fluitbommen in een half uur. 't Is een eenvoudige massamoordpartij geworden: Churchill deelde mede, dat in September al 8000 menschen gewond en 2000 gedood zijnGa naar voetnoot231; vermoedelijk zijn het er veel meer. Dit is geen oorlog. Militair kunnen de schoften het niet winnen: nu probeeren ze het zoo. |
|