Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdZondag 15 september 1940- - -Ga naar voetnoot229
Vanochtend naar de Hollandsche Kerk geweest: er waren niet veel menschen. Moest onderweg nog een eind om: er was een hoek van de Bank of England afgeslagen, die vlak bij de Kerk ligt. De vlootprediker, ds. Mietes, leidde den dienst. Middenin gierden de sirenes: de dienst werd even onderbroken om degenen die dat wenschten gelegenheid te geven naar een schuilkelder te gaan, maar ook nu bleef iedereen zitten. De lichten werden gedoofd en in het halfdonker | |
[pagina 124]
| |
ging de preek voort: nogal indrukwekkend; het thema was: Matthaeus 11, 28: ‘Komt herwaarts tot mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en ik zal U rust geven’. Vanmiddag zijn Welter en ik naar de Elephant Castle geweest per Underground; dat is een volksbuurt in 't Zuid-Oosten van Londen, die, naar verluidt, zwaar geteisterd moest zijn; het was ook héél erg. We zagen een vijftiental huizen, verspreid over verschillende straten gewoon weggevaagd: een gat in de huizenrij en een hoop puin. Hier en daar kon men nog wat onderscheiden: een verwrongen ledikant, een stoel, een kinderwagen. Lagen er nog lijken onder? Niemand wist het. En overal om ons heen ging de zwijgende, moede stroom van mannen, vrouwen en kinderen met koffertjes en pakken en dekens en huisraad, opgejaagd uit hun huizen naar andere deelen van Londen, waar men zich veiliger wanen kon, zoolang als het duurt. Later op den dag, tegen den avond, kwam ik op weg naar huis, door het Underground Station van Piccadilly Circus, waar langs de muren van alle, lange perrons, de arme lieden zaten of lagen op een reisdekentje of op het asfalt, gereed voor een lange, kille, onbehagelijke nacht, maar zonder de onrust van de zoemende en donderende luchtoorlog en de angst voor de vallende bommen. |
|