Vrijdag 13 september 1940
Vannacht iets beter geslapen in den brandgang-schuilkelder; de laatste twee nachten volgen de Engelschen een nieuwe tactiek tegen de nachtaanvallen; er is een enorme hoeveelheid luchtafweergeschut aangevoerd en uur na uur gaat het gedonder en geratel en gedreun dier artillerie voort: het is ontzettend; veel en veel intensiever dan die eerste dagen in Den Haag. Het directe effect is niet groot: er zijn vannacht maar twee Duitsche bommenwerpers neergehaald door deze artillerie barrage, maar het geeft ons allen een zekere rust en opluchting, dat er tenminste iets geschiedt tegen die talrijke nachtvampieren, die al weken lang bijna ongestoord over Londen rondzoemen, telkens brandbommen en luchttorpedo's omlaag werpend.
Ze vliegen zóó hoog, dat het geschut ze meestal niet kan raken, maar dat belet ze toch wel om hun doel behoorlijk uit te zoeken. Voor ons burgers is dat echter een schrale troost, omdat ze daardoor nóg roekeloozer en doelloozer hun projectielen neersmijten.
Gisteren zijn Buckingham Palace en Westminster Abbey geraakt; vandaag barstte een tijdbom vlak bij mijn kantoor; ons gebouw schommelde met zijn acht verdiepingen heen en weer. Die tijdbommen zijn