Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdDonderdag 12 september 1940- - -Ga naar voetnoot225
Met de bus naar het departement is feitelijk niet te doen; zelfs de | |
[pagina 121]
| |
conducteurs weten niet, langs welke wegen ze zullen worden geleid. Ik loop maar en dat doen er thans zeer velen. Het werk wordt zoo goed mogelijk voortgezet, maar de voortdurende luchtalarmen zijn zeer belemmerend. Op kantoor gaan we maar niet naar de schuilkelder, maar die daaraan behoefte heeft is uiteraard vrij. Thans wordt bij ons overwogen, evenals bij verschillende Engelsche regeeringskantoren een officier op het dak te zetten met een veldkijker, zoodra er een airraid warning komt, teneinde te waarschuwen als de zaak direct gevaarlijk wordt. Ik vraag mij af, of dit eenigen zin heeft gezien de snelheid, waarmee een ‘bomber’ nader komt. Een heel lang gesprek gehad met Mr. van Angeren, Secretaris Generaal van Justitie, die de rechterhand is van Gerbrandy, onzen nieuwen premier, en die hem bij de reconstructie van het kabinet veel heeft geholpen. Ik had gelegenheid Van Angeren uiteen te zetten mijn denkbeelden (zie Maandag 2 September) over de noodzakelijkheid van contactGa naar voetnoot226 met de Britsche Regeering over de stand van zaken en over de verdere oorlogvoering. Van Angeren was het daarmede geheel eens en zou Gerbrandy nog eens op enkele punten wijzen vóór diens aanstaande onderhoud met Churchill. |
|